Op 10 oktober werden tijdens de Politieke Markt vier amendementen en twee moties besproken. Het eerste amendement stelde dat in het beheer van groen de veiligheid en toegankelijkheid van de openbare ruimte centraal moet staan. Dat werd door veel raadsleden gesteund, al vonden sommige raadsleden het amendement overbodig.

Het tweede amendement dat voorstelt om waar nodig chemische bestrijdingsmiddelen toe te passen, vertoonde veel overlap met een andere motie. De indieners zullen de moties daarom combineren. Het amendement waarin actieve bewoners een bijdrage leveren aan een groene stad werd door de gehele raad positief ontvangen. Dit onderwerp kreeg extra aandacht, mede door de insprekers van afgelopen week.

De motie Leefgenot centraal leverde een aantal vragen op, want hoe meet je dit? Wanneer houd je er rekening mee? De laatste motie die aan bod kwam werd ingetrokken nadat de wethouder de toezegging deed om in 2030 een evaluatie van het beleidskader uit te voeren en naar de raad te sturen.

De raad besloot het onderwerp op de agenda te zetten voor een vervolgbespreking op 17/10.

Er waren meerdere insprekers tijdens deze vervolgbespreking, onder andere namens het collectief Stedenwijk Zuid Groen en Landschapsbeheer Flevoland. Een van de onderwerpen waarvoor zij aandacht vroegen was het bestrijden van de reuzenbereklauw die in Almere op veel plekken groeit. Ook onderstreepten ze het belang van betere samenwerking tussen vrijwilligers, organisaties, aannemers en de gemeente. Kern van het betoog: als samenwerking niet ad hoc en incidenteel is maar meer structuur krijgt, dan zal bijvoorbeeld de bestrijding van de bereklauw meer effect resulteren.

Daarna startte de politieke bespreking van negen amendementen en drie moties. Diverse raadsleden stelden vragen over de financiële haalbaarheid of over hoe een amendement te interpreteren. Uiteindelijk zijn er vijf amendementen besproken. De overige amendementen en moties komen tijdens een vervolgbespreking aan bod.

Het college heeft in het Beleidskader Groen voor komende jaren de uitgangspunten bepaald voor het groenbeheer in de stad. Tijdens de vergadering gaf een inspreker aan blij te zijn dat de natuur in Almere meer ruimte krijgt, bijvoorbeeld door bermen en groenstroken minder vaak te maaien. Ze merkte daarnaast op dat initiatieven van zelfbeheer tot op heden te weinig aandacht krijgen. Daar is winst te behalen, want inwoners kunnen meer betekenen en zo een groter aandeel leveren aan het beheer en de kosten ervan. Dat vraagt dan wel meer en een betere regie vanuit de gemeente, bijvoorbeeld om initiatieven te verbinden.

De raad wilde van het college weten wat het bedoelt met de formulering ‘groen mag ongemak geven’, zoals in het Beleidskader Groen staat. Betekent dit dat het acceptabel is dat mensen uitglijden over bladeren, dat er gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan door te hoog gras? Waar ligt daarbij de grens en hoe blijven onderhoudsmaatregelen betaalbaar? Is het een oplossing om nog meer te streven naar onderhoudsvrij groen? Diverse raadsleden uitten hun zorg over de financiële kant van het beleidskader. Het college gaf aan dat zij hierbij uitgaan van de bestaande middelen. Dit betekent dat er in de praktijk keuzes noodzakelijk zijn.

Ook de bestrijding van de reuzenbereklauw kwam aan bod. Dit is een plant die in Almere welig tiert en op diverse plekken overlast geeft. Een aantal fracties gaf aan dat hiervoor chemische bestrijdingsmiddelen ingezet mogen worden. Een meerderheid bleek daar juist tegen te zijn, omdat dit de biodiversiteit te veel zou schaden.

Een aantal raadsleden wil over dit onderwerp een bespreking. Het presidium zoekt een geschikt moment om het op de agenda te zetten.